Een verbinding maken is met de techniek van vandaag niet zo moeilijk meer. Was het eerder nog maar de vraag of de telefoon wel opgenomen werd als je iemand opbelde, want mensen waren vaak van huis, gewoon aan het werk of boodschappen doen, en kreeg je geen gehoor. Of je kreeg de in-gesprek-toon te horen en moest je het later nog maar eens proberen. Het antwoordapparaat, zo’n ding met een ingesproken bandje, was een uitkomst, want daar kon je een boodschap op inspreken, zodat  je teruggebeld kon worden.

Eigenlijk is dat het begin geweest dat verbindingen eenzijdig werden. Behalve dat het je nu min of meer kwalijk genomen wordt als je niet ogenblikkelijk je mobieltje opneemt of, foei, je hem uit hebt staan, is er nu de voicemail die evenals het vroegere antwoordapparaat dwingend één of andere actie eiste. Maar het is verder doorgeschoten, doorontwikkeld heet dat, naar de app. Dat is eigenlijk geen verbinding, maar een manier om een boodschap bij iemand over de schutting te werpen. Vooral als het groeps-app is, gaat het steeds minder om verbinden en zijn het momentane mededelingen. Om nog maar te zwijgen over Twitter, dat zijn geeneens mededelingen maar meningen en/of loze emotionele kreten. Waarheid en betrouwbaarheid lijken er steeds minder toe te doen.

Verbondenheid krijg je niet alleen als er een verbinding gelegd is, als er contact is, maar ook als die verbinding kan uitgroeien tot een band. Dat betekent dat het ook om tijd gaat. Dat die band de tijd krijgt om te groeien. Niet even een projectje hier en een karweitje of klusje daar, maar een verbondenheid die jaren stand houdt. Soms wel een verbondenheid die generaties lang duurt. Zo was verleden jaar een bijzonder jaar omdat het toen een eeuw geleden was dat de dokters Dinkla zich in onze regio als huisarts vestigden.

In 1918 richtte het toenmalige gemeentebestuur van Dwingeloo zich tot een jonge arts uit West Friesland, die toentertijd in Schoonebeek gemobiliseerd was, om in Dwingeloo huisarts te worden. Deze dokter wilde dat wel, op voorwaarde dat er voor hem en zijn vrouw een huis beschikbaar zou komen. En zo begon de band, de verbondenheid, die nu al een eeuw en vier generaties duurt.

In een genoeglijk uurtje heb ik heel veel verhalen en anekdotes gehoord, zomaar kris, kras door de tijd. Als je kunt putten uit een eeuw geschiedenis van dokteren in deze omgeving valt er natuurlijk veel te vertellen. Zoals het verhaal over iemand uit Ansen die naar de praktijk in Dwingeloo belde omdat de dokter uit Ruinen vanwege het slechte weer niet kon komen. Daar deinsden ze op de dokterspraktijk van Dwingeloo niet voor terug. In de grote Landrover kwam er een dokter naar Ansen. Door slecht weer laat een echte plattelandsdokter zich niet tegenhouden. Als het nodig is, dan is het nodig.

Het was niet alleen die ene patiënt met zijn gezin die daarna lid werd de Dwingelse praktijk, maar ook de buren, de familie en hun vrienden. Zo was door dit voorval de Dwingelder praktijk in één keer uitgebreid tot aan de Benderse in Ruinen.

Maar vertelde Djurre, de echte en hechte band ontstond omdat we zowel in Dwingeloo als in Diever zoveel mogelijk de bevallingen zelf deden. Het was een band voor het leven. Ook was de afspraak tussen Willem in Dwingeloo en Djurre in Diever dat ze beiden de zwangeren kenden en dat wie aan een bevalling begon, die deze ook afmaakte. Als je tijdens het spreekuur werd weggeroepen, was er bij een spoedgeval weleens gemopper, maar bij het wegroepen voor een bevalling, zei men met een glimlach, doe maar rustig aan, we wachten wel of we komen een andere keer wel terug.

Toen Djurre net zijn artsen-diploma behaald had vroegen zijn patiënten: ‘Wat moeten we nu tegen je zeggen, meneer of dokter? Wat heb je het liefst, Djurre?’ Het is eigenlijk nooit een probleem geweest, dat ging allemaal vanzelf, een ieder op zijne wijze. Vaak zei men ‘dokter’ en ‘u’, maar als het er écht op aan kwam, werd het al snel ‘je en Djurre’.

En dat was goed. Want zo gaat het bij een plattelandsdokter.

 Jan Fondse

Open in print-vriendelijk formaat.