Van vrienden kreeg ik de alleraardigste uitgave van Van Dale met de titel: ’Kun je een ouwe aap nog kunstjes leren?’ geschreven door Ton den Boon. Eén van de 101 spreekwoorden en gezegden uit dit boekje is: ‘De duivel zit (‘m) in de details’. Een uitdrukking die geleend is uit het Engels: ’The devil is in the detail(s)’. Het gezegde betekent dat de details het lastigste aspect van een kwestie zijn. Dit geldt zowel in technische zin als in juridische zin. Als de details niet kloppen kan het gehele ontwerp naar de gallemiezen gaan of de onderbouwing van je argumenten en daarmee je betoog naar de vaantjes helpen. Naar de knoppen zogezegd. Dat is weer een eufemisme voor naar de kloten helpen, aldus de dikke Van Dale. We zeggen dan ook wel eens dat het venijn in de staart zit.

Een idee rond tetteren is één ding, er invulling aan geven is het echte werk. Kijk maar eens hoe premier Theresa May heeft lopen zwoegen.

De nuance, dat is precies het verschil tussen een wijntje en een goede wijn. En elke nuance gaat verloren als een kwestie wordt versmald tot een dilemma. Het toppunt was voor mij dat Bush in zijn oproep tot oorlog aan het terrorisme riep “Wie niet voor ons is, is tegen ons”.  Door zulk soort binaire uitspraken te doen drijf je mensen ofwel de ene hoek in, ofwel de andere hoek. Het midden zwijgt dan en de extremen blijven over, uiterst links of uiterst rechts. We zien het ook vandaag: je ben voor het klimaat of ertegen. Wat dat precies ook inhouden mag. Evenzo over Europa, je bent er voor of je bent er tegen. Kies maar.

Is er dan geen ruimte meer voor een gematigd genuanceerd geluid, een beschouwing van de voors en tegens, een open gesprek over bepaalde voordelen en bepaalde nadelen; de voordelen zoveel mogelijk behouden en de nadelen ombuigen?

trilemma

Als je weg wilt blijven uit de hoek van de extremen is het zinvol om dilemma’s te vermijden. Want hiermee wordt de derde weg uit het zicht gehouden. De Turkse Harvard-econoom en hoogleraar Dani Rodrik kwam op de Tinbergenlezing met de stelling “Je kunt niet tegelijk tegen nationale staten, democratie en verregaande globalisering stemmen”. Hiermee bood hij een uitweg, de derde weg om een dilemma te voorkomen, er komt een dimensie bij. Dat zie je in de volgende figuur: het trilemma.

trilemma 2

Deze figuur kom je overal tegen in elke grootte en op elk terrein. Je kunt het zien op elk niveau van onze maatschappij; of het nu gaat om vraagstukken rond de oprukkende globalisering of de verhouding van de natie staat tot Europa, nationale wetgeving tot lokale bevoegdheden of tenslotte lokaal beleid versus sublokale autonomie.

Maar ook op andere terreinen kun je deze figuur tegenkomen zoals in de discussie rond de toegankelijkheid van het Nationaal Park. Daar zie je het trilemma opgebouwd uit de drie bestaansredenen voor een nationaal park: Beheer en onderhoud, educatie en voorlichting en tenslotte recreatie en toerisme. Door niet in dilemma’s te denken die uitmonden in of-of situaties en partijen lijnrecht tegenover elkaar zet, kun je in de oplossing van trilemma’s tot een redelijke balans komen.

Met tegen elkaar of langs de zijlijn te staan schreeuwen schiet je niets op, zo drukken we elkaar naar een extreme hoek of we verliezen al die mensen in het midden die geen zin meer hebben om het geschreeuw nog langer aan te horen. Die zie je ook bij de stembus niet meer terug, ze wenden zich af.

De nuance, daar gaat het om. Daar zit ook het echte werk in, en dat heeft alleen zin als je er samen uit wilt komen. Zelfs een oude aap kan dat kunstje nog leren.

Jan Fondse

Open in print-vriendelijk formaat.