Er zijn van die woorden waar geen meervoud van bestaat zoals eer, maar ook de woorden gezag en nut hebben geen meervoud. Wel kun je er meer of minder voor zetten: meer of minder nut; meer of minder gezag. Daar kun je je wat bij voorstellen. Het woord eer komt vooral in samenstellingen zoals eerlijk, eervol, erepodium en eerbied of aan de andere kant eerverlies, eerherstel en, als uiterste, eerwraak.

De plaats die ‘eer’ inneemt in een cultuur is een kwestie van traditie. Een traditie (Latijn: trádere, overleveren) is een gebruik of gewoonte die van de ene generatie op de andere wordt doorgegeven. De functie hiervan is het in stand houden van de maatschappelijke stabiliteit. Tradities kunnen als waardevol worden beschouwd en boven alle kritiek verheven, maar ook als conservatisme dat remmend werkt op de vooruitgang.

Tradities kunnen niet alleen per land (natie) verschillen, maar ook per provincie, streek, stad, dorp of buurt. Sommige tradities zijn in het leven geroepen om (eigen) identiteit te scheppen, dat zijn de zogenaamde uitgevonden tradities. De gewoontes van vandaag kunnen de traditie van morgen worden. Ook zijn er commercieel gedreven tradities geïmporteerd zoals Valentijn, Halloween en de Kerstman.

Tradities zijn dus aan verandering onderhevig maar staan niet los van elkaar. Ze zijn verbonden in een raamwerk dat vorm geeft aan de samenleving. Dit raamwerk kan heel strikt zijn en geen uitzondering of afwijking dulden. Dan zou je kunnen spreken van een fijnmazig raamwerk hetwelk in radicaal fundamentalistische kring voorkwam. Het is nog niet zo heel erg lang geleden dat afwijkend gedrag leidde tot het door het dorp rondgereden worden op een strontkar of publiekelijk aan de schandpaal genageld worden.

Als het raamwerk meer grofmazig is, noemen we dat meer tolerant. Dit verschil in structuur van het raamwerk kan een wereld van onbegrip met zich mee brengen. Vooral als daar ook nog cultuurverschillen in betrokken worden.

In de grofmazige (tolerante) structuur worden waarden opgebouwd en beschreven in de piramide van Maslow (1954). Aan de onderkant staan de primaire behoeften zoals voedsel en bescherming. Opklimmend staan daarboven de behoefte aan zekerheid,  aan acceptatie,  aan erkenning en helemaal aan de top staat de behoefte aan zelfontplooiing.

In een structuur van een fijnmazig raamwerk, waar weinig ruimte is voor afwijkend gedrag en progressieve ideeën, bestaat een soortgelijke piramide. Deze is beschreven door dr D. Pinto, directeur van het Inter-Cultureel Instituut.

Aan de basis staan ook hier de primaire behoeften als eten, drinken, slaap en beschutting. De hogere lagen wijken sterk af van wat Maslow beschreef. Nu komt de volgende laag van menselijke behoeften neer op het behagen van de eigen groep: – beleefdheid; -leven volgens de plaats en de rol in de groep; -wederzijdse hulp tussen groepsleden; -indirecte communicatie door verhalen te vertellen.

Eén niveau hoger komt de goede naam: -eervol gedrag; -zichtbare rijkdom; -waardering door anderen; -bescherming van de familie eer.

Aan de top van deze andere piramide staat de Eer. Het voorkomen en het bestrijden van -gezichtsverlies; -schaamte; -schande; -vernedering en eer-aantasting. Het getuigt van verregaande arrogantie om waarden van uit deze piramide als primitief of achterlijk te duiden omdat het de onze niet is.

Want zo krijg je een land van haat en nijd; daar kiezen we toch zeker niet voor ?

Jan Fondse

Open in print-vriendelijk formaat.