Het seizoen van de gezellige winteravonden compleet met stoomboten, paarden op daken rijdend en rendieren voor een arrenslee door de lucht zwierend,  komt weer met rasse schreden op ons af. Joho, Joho, Joho. Maar eerst nog even eens kijken wie daar klopt. ’t Is een vreemd’ling zeker, die verdwaald is zeker. Zowel de schimmel als het ‘red-nosed’ rendier worden weer van stal gehaald. Deze iconen worden dankbaar ingezet om de einde-jaars inkopen te stimuleren.

Het zijn nostalgische beelden en worden vandaag de dag steeds meer omstreden. Vaak letterlijk. Fysieke blokkades zoals bij de aankomst van de stoomboot en bij de aanstormende protestanten op de snelweg, maar vooral bij de blokkades om met elkaar het gesprek aan te gaan.

De indrukwekkende tiendelige serie over de Tachtigjarige Oorlog liet ons zien dat we een rijke historie hebben als het om beelden gaat die in de storm van de vooruitgang gesneuveld zijn. Want als het beeld ontstaat dat de vooruitgang geblokkeerd wordt door vastgeroeste gewoontes die gekoppeld worden aan de commerciële praktijk van alledag, dan moet dat beeld uit de weg worden geruimd. Niet goedschiks dan toch wel kwaadschiks, want als het gesprek stokt doet het beeld dat er staat minder ter zake dan het beeld dat je hebt. Dan zijn, om het zo maar eens te zeggen, de rapen gaar en slaat de vlam gemakkelijk in de pan.

Was in de middeleeuwen het beeld dat er tot de afbeeldingen van heiligen in de kerk gebeden werd voor de protestanten onaanvaardbaar en werd dat beeld door de commerciële praktijken zoals de aflaathandel van de heersende macht hardhandig opgedrongen, dan is elk gesprek onmogelijk. Dan lijkt gewelddadig optreden het laatste redmiddel.

Wat is er erger dan niet gehoord worden door de gevestigde orde die alle machtmiddelen kan aanwenden? Dan lukt het een kleine minderheid ook niet om een stem te krijgen en die in een dialoog kenbaar te maken. En dit in een samenlevingsvorm waar het juist niet uitsluitend om de stem van de meerderheid gaat. Het is toch één van de morele opdrachten van een democratie (en de overheid) om minderheden te beschermen tegen de tirannie van de meerderheid?

Wie denkt dat democratie betekent: ‘de meerderheid beslist’ maakt zich daarmee tot een aanhanger van Recep Erdogan. In zijn staatkunde moet een minderheid zich in alles aanpassen bij de meerderheid en er verder het zwijgen toe doen. We hebben in ons land ook een paar van die portretten. Die schetsen beelden, waarna zij oproepen deze beelden te bestrijden. Het lijkt me goed om telkens na te gaan wie hier nu belang bij heeft. Bovendien is het zgn democratisch stemmen tellen in een referendum een prima methode om een menigte op te delen in voor- en tegenstanders. De dialoog is dan ver te zoeken, zelfs een fatsoenlijk gesprek is niet meer mogelijk. Mensen staan met verhitte koppen tegen elkaar te schreeuwen, de waarde van de argumenten is ondergeschikt aan het (geluids)niveau van de opponenten.

Het gaat niet altijd om beelden die gekoppeld zijn aan een ideologie of die opgeroepen worden in een reclame campagne, nee, het gaat ook om beelden die je voor je zelf maakt.

Verleden week gingen we in hartje Utrecht naar een lezing en vanaf de P+R was het eenvoudig om met de bus de stad in te gaan. Op de terugweg was het een aardige buschauffeuse die ons vriendelijk begroette en die zeer bekwaam zo’n grote gelede bus door de smalle straatjes van het centrum manoeuvreerde. We hadden ons zo een beeld van deze aardige en kundige vrouw gevormd. Opeens stak er een jonge man plotseling over die met zijn lichaamstaal duidelijk te kennen gaf dat hij evenveel recht op de openbare ruimte had als een bus vol reizigers. De chauffeur moest krachtig remmen en ternauwernood kon zij met een snelle zwenking de man ontwijken. De chauffeur ontlaadde haar adrenaline door een reeks geheel nieuwe kwalificaties van de betreffende jongeman met ons te delen.

’t Was weer eens tijd om wat beelden bij te stellen.

Jan Fondse

Open in print-vriendelijk formaat.