Soms zijn mensen zo licht ontvlambaar, opvliegend zou je kunnen zeggen, dat ze om het minste geringste in ongecontroleerde felle woede kunnen ontsteken. Dat is niet leuk, maar het richt minder schade aan dan de woede van iemand die lang getergd is. Dan kan woede tot een uitbarsting komen die lang bestaande relaties aan flarden scheurt.

Zo iets kan ontstaan door het negeren van een uitreikende hand als hulpvraag. Als je hulp nodig hebt en er is niemand om het aan te vragen is dat erg. Maar veel erger is het als je hulp vraagt aan iemand die vervolgens wegkijkt, die jouw ellende niet wil zien. Helemaal erg wordt het als je iemand je hoort, op je toe komt, maar zich dan omdraait met de woorden: “Bah, wat stinkt jij” of “Iemand met een hoofddoek help ik niet”. Behalve dat het strafbaar is om iemand in hulpeloze toestand achter te laten, maakt het mensen ook woedend. Een woede die dan niet geuit kan worden en die je van binnen wegvreet. Dan wordt die woede tot haat en kan tot enorme proporties uitgroeien. Goedmaken is dan een woord dat niet meer past. Aan geen van beide kanten. Dan heeft een eenvoudig ‘het spijt me’ geen enkele betekenis.

Langdurige achterklap, pesterijen, discriminatie, wegkijken en negeren, geeft een vruchtbare voedingsbodem voor haatzaaiers, van welke origine of kleur dan ook. Evenals argumenten tegen werkelozen en nieuwkomers als “Ze hebben onderdak, veiligheid, krijgen geld toe en nog zijn ze niet tevreden”, trapt mensen verschrikkelijk op hun ziel. Want het meest essentiële is dat iedereen gezien wil worden, als mens. Als je dit ontkent, dan zoek je geen ruzie, maar ben je bewust bezig mensen te vernederen, kapot te maken. Want hoe kan iemand zich hiertegen verdedigen?

Het gaat er in de samenleving niet zozeer om wat er met mensen gebeurt, maar wat er tussen mensen gebeurt.

In tegenstelling tot haat heeft woede geen uithoudingsvermogen, het raast vanzelf uit. ‘Wat het affect van woede niet metéén doet, dat doet het helemaal niet, en het vergeet gemakkelijk.’ (Kant). Vaak zie je ook dat met een kunstgreep je woede zich kan ontladen door die woede ergens anders op te richten. Dan kun je het eventjes de vrije loop laten om je ervan te ontdoen. Stampvoeten is een veel voorkomend verschijnsel. Als je zo’n woede uitbarsting eventjes toelaat en zo voorkomt dat het zich ophoopt, raak je die woede kwijt in een zuiverend proces. Een korte felle ruzie kan enorm opluchten en de lucht zuiveren. Dan hou je ook relaties heel, en na een gemeend ‘Het spijt me…’, kun je samen weer verder leven.

Jan Fondse

Open in print-vriendelijk formaat.