Veiligheid is, net als duurzaamheid, milieu en kwaliteit, een containerbegrip. Het begrip wordt om de haverklap gebruikt in beleidsstukken en voorschriften. Ook wordt veiligheid gebruikt om maatregelen te rechtvaardigen of wordt gebruikt in nietszeggende volzinnen als: ‘de zorg voor kwaliteit, veiligheid, milieu en duurzaamheid heeft daarom bij ons prioriteit binnen de bedrijfsvoering…’. Wat mij betreft is dit zinloos gekakel van kwaliteitsmanagers indien dit niet verder toegelicht wordt.

Het zijn containerbegrippen en je kunt er alle kanten mee op. Want wat bedoel je eigenlijk: sociale veiligheid, fysieke veiligheid, veiligheid in het verkeer, financiële veiligheid, voedselveiligheid, fiscale veiligheid, veilige beleggen, veilig werken, veilig vrijen, veilig thuis, veilig speelgoed, veilig surfen of …. We kunnen zo nog wel een poosje doorgaan tot aan de veiligheidsklep.

Onveiligheid geldt in de wereld van veel managers als een maatschappelijk probleem van de eerste orde dat met alle mogelijke middelen aangepakt moet worden. Want onveiligheid wordt al heel snel gekoppeld aan aansprakelijkheid of leidt tot claims voor (vermeende) geleden schade.

De grote vraag is telkens: Wanneer is iets of iemand veilig?

Er bestaat geen ‘Algemene veiligheidswet’ waarin alle aspecten van de veiligheid van alle Nederlanders aan bod komen. Wel zijn er tussen nationale staten verdragen voor vrede en veiligheid met bijbehorende instituties zoals de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties (VN) en de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO). Maar die gaan niet direct burgers aan maar staten.

Daarmee weten we nog steeds niet wat veiligheid is.

Veiligheid is evenals duurzaamheid een onhaalbaar verlangen. Veiligheid is een tijdelijke toestand die geen grootheid, eenheid of waarde kent. Je kunt nooit zeggen: “de veiligheid van deze levensmiddelen is 25”. Iedereen vraagt dan meteen 25 wat?

Veiligheid is een gevoel, tijdelijk en gebonden aan een bepaalde situatie. Veiligheid is ook een onverzadigbaar begrip: het kan altijd veiliger. Dit komt omdat veiligheid veelal gekoppeld is aan risico en een complex van risico-factoren. Risico is een iets duidelijker gedefinieerd begrip: dat is de kans op een gebeurtenis vermenigvuldigd met de omvang van de schade. Dit betekent dus dat een zeer kleine kans maal een enorme schade een behoorlijk risico is. Neem bijvoorbeeld een dijkdoorbraak. De kans is misschien eens in de tienduizend jaar, maar door de enorme schade is het een behoorlijk risico. Het lijkt zo op het oog wel mee de vallen; slechts eens in de tienduizend jaar. Maar het kan wel morgen gebeuren… Evenzo is er het risico van neuro-toxische stoffen in landbouwgif die de ziekte Parkinson kunnen veroorzaken.

Uiteindelijk voorziet veiligheid in een basisbehoefte van ieder mens; ze biedt geborgenheid en vormt de grondslag voor iedere vorm van gemeenschap. Het is de kunst om recht te doen aan slachtoffers, maar ook aan de rechtsbescherming van normschenders. Dit in het belang van de samenleving als geheel. Het is aan de overheid om de samenleving te dienen door grenzen tussen legaliteit en illegaliteit te stellen en te bewaken.

Dat is niet eenvoudig want er bestaat geen harde grens tussen veilig en onveilig. Veiligheid is een fuzzy grootheid waar de normale logica niet geldt; we zullen er met elkaar uit moeten komen op die momenten dat we bereid zijn te luisteren. Bijvoorbeeld naar verhalen over de samenhang van gebeurtenissen en praktijken en de morele kwaliteit van onze samenleving.

Even weg van het spektakel en het geschreeuw, want dat lost niets op. Veiligheid is een complex begrip met veel hechte interne verbindingen, zodanig dat de samenstellende componenten nauwelijks te onderscheiden zijn. Daarom moeten problemen rond veiligheidskwesties altijd in hun samenhang aangepakt en opgelost worden.  Het begint met de goede wil om er samen uit te komen.

Jan H. Fondse

Open in print-vriendelijk formaat.