Als je ‘saai’ zegt, is het volgende waar je aan denkt ‘gaap’. Verveling, eentonigheid en ongezelligheid is zo ongeveer het slechtste wat je kunt overkomen in een recensie in een krant, tijdschrift of op internet. Een gebrek aan opwindende afwisseling of onvoorspelbare ervaringen maakt tegelijkertijd onaantrekkelijk. Het is ook gevaarlijk. Denk maar eens aan die lange rechte wegen door de polder of in de ruilverkaveling. Je aandacht verslapt, gedachteloos vervolg je je weg. Hoe vaak gebeurt het dan niet dat je ineens bij zinnen komt, rondkijkt en bij je zelf denkt: ‘Oh , ben ik al zo ver…’.

Fietsend en zwervend over ’s Heeren dreven kun je genieten van een afwisselend en boeiend landschap. Over essen en door esdorpen, maar ook langs weiden, over de heide en door de bossen, saai is het hier zeker niet. Knisperende fietspaadjes door het veld of door het bos, afgewisseld met een vergezicht over de madelanden langs beken en stroompjes. Het lijkt wel vakantie. En toch… Als je die weiden ziet, keurige weiden, jazeker, maar waar zijn die weidebloemen gebleven? Sag mir wo die Blumen sind… Marlene Dietrich zong het al. Het is goed te begrijpen dat het voor de boeren efficiënter is om onkruidvrij grasland te kunnen oogsten. Maar is dat ook het beste? Onkruidbestrijding wordt tegenwoordig door de industrie eufemistisch gewasbescherming genoemd. Merkwaardig want eufemistisch betekent verbloemen, maar die weidebloemen worden juist vernietigd, ontbloemen, dus. En de bijen dan? En de weidevogels? En wat zijn de lange termijn effecten op het kweken van monoculturen? Hoeveel gaan we nog opofferen aan onze (ons zelf opgelegde) drang naar efficiëntie? Steeds duidelijker komt de grens van ons kunnen in zicht. Ook de grens van wat en hoeveel we met elkaar willen/kunnen aanvaarden.

Grenzen bewaken gaat niet alleen over buitengrenzen. Het gaat evenzeer over binnengrenzen. Over moraliteit dus. Wat vind ik de moeite waard om in stand te houden en wat is niet meer van deze tijd en moet dus aangepast worden. Dit zijn discussies die in ons dorp gevoerd worden. Samen met bewoners en belanghebbenden is nu een werkgroep bezig een visie te ontwikkelen over de herinrichting van ons dorp met respect voor de historie. Deze kwaliteitsimpuls betreft achterstallig onderhoud, veranderde omstandigheden (wateroverlast) en uitstraling. Zo’n visie (laten) ontwikkelen kost tijd, veel praten en schept tegelijkertijd een band: het zo broodnodige ‘samengevoel’ in ons dorp. Fantastisch initiatief van onze politici om het belang van inwoners zo veel mogelijk bij de inwoners te laten. In deze groep is natuurlijk ambtelijke ondersteuning zeer belangrijk, maar dit werkt alleen maar omdat er over en weer waardering en begrip is voor ieders standpunt. Betrokkenheid in de meest optimale vorm.

Maar dan lees ik plotseling in ‘Da’s Mooi’ over een regulier afgegeven/verleende omgevingsvergunning voor het omvormen van het bestaande halfverharde fietspad langs de Groningerweg tot een betonfietspad. Niet zo maar een beetje breder, welnee meteen maar twee meter breed. Het ultieme vakantiegeluid, het knisperen van een schelpenpaadje, wordt hiermee opgeofferd aan de efficiëntie van een onderhoudsarm fietspad. Of is dit de lobby van toeristen die met hun bejaarde hondjes in aanhangwagentjes rondtoeren? Wat ik in elk geval onbegrijpelijk vind, is dat er hier kennelijk geen historisch besef meer is van het cultureel erfgoed. Het kleinschalige, dorpse karakter wordt, onze historische vereniging ten spijt, met één pennenstreek weer een stukje kapotgemoderniseerd. Geen inspraak, geen overleg met omwonenden, nee gewoon een mededeling c.q. bekendmaking in vakantietijd. Als je dan thuiskomt is het definitief en is de bezwaarperiode verstreken.

Vind je het gek dat politici en bestuurders, die steeds meer losgezongen zijn van de werkelijkheid en de bevolking (kiezers), moeite hebben enige betrokkenheid van de inwoners te ontdekken? Los van de visie die nu ontwikkeld wordt door de werkgroep van belanghebbenden, drukt zo’n bestuurder ons ineens een idioot betonpad in de nek, oftewel wordt ons zomaar in de maag gesplitst.

Met een persiflage op Gerrit Komrij zou je deze ontwikkelingen “Een onherstelbare verbetering” kunnen noemen.

Jan Fondse

Open in print-vriendelijk formaat.