Onlangs kreeg ik het boekje van Jan Peter van Doorn met de speelse en uitdagende  titel ‘Ontploeteren’ in handen. Natuurlijk gaat het hier, hoe kan ook anders, over ploeteren en meer in het bijzonder over het doorploeteren, want we zijn allemaal wel eens aan het ploeteren, maar hoe begint dat en wanneer wordt het doorploeteren? En hoe erg is dat nou helemaal? Zonder er nu direct de erfzonde en het ‘zweet uws aanschijns’ bij te halen valt er over de oorsprong van ploeteren heel wat te zeggen en vooral van wat Van Doorn over het doorploeteren zegt word je niet vrolijk. In zijn redernatie begint het bij geraakt worden, bij pijn gedaan worden en vervolgens het gevecht tegen die pijn, of het vluchten ervoor. En het maakt niet uit of die pijn veroorzaakt wordt door een fysieke klap, buitensluiting of een verbale sneer. Het zit in onze samenleving ingebakken, de competitie, concurrentie, winnen of verliezen: overal om ons heen zien we strijd. Ook in huis, in de straat, in de buurt, gemeentehuis, politiek, Witte Huis. We zijn er aan gewend geraakt en eigenlijk is het een wonder dat we hier niet veel meer wakker van liggen.

We denken dat dit alles gaat over pijn buiten onszelf; we kunnen er naar kijken zonder dat het ons raakt. Maar de pijn en emotie die we ervaren als we zelf geraakt worden door een afwijzing, een oordeel of onterechte kritiek willen we zo snel mogelijk kwijt. Want als je niet voor jezelf opkomt, wordt er over je heen gelopen en word je niet meer gezien. Je eerste reactie is dan natuurlijk om zelf ten aanval te gaan: de tegenaanval. Ook al is er zichtbaar nog niets gebeurd, de strijd is begonnen. Ogenschijnlijk nog latent, maar je voelt het al in je lijf. In kleine stapjes wordt de grens telkens iets verlegd. Kort en goed, het ploeteren wordt hier doorploeteren omdat het ploeteren niet als zodanig begrepen wordt (door jezelf). Je schrikt wel als Jan Peter al die stapjes in volgorde zo voor je snufferd neerzet hoe je van je afslaat, letterlijk de pijn bij de ander leggen. Kijk maar eens, in oplopende volgorde:

‘-Je proberen te verantwoorden; -iemand willen overtuigen; -jezelf gaan verdedigen; -je gelijk proberen te halen; -de ander met slimheid af te troeven of gewoon -ingewikkeld gaan lopen doen.’ Dit zijn de lichte wapens en het lijkt onschuldig. Maar de strijd is begonnen en je kunt of wilt niet meer terug want de overwinning lonkt. Er komt zwaarder geschut aan te pas: ‘Kwetsen, beledigen, de ander de schuld geven.’ Over en weer stijgt de woede, de inzet gaat omhoog, maar de pijn blijft. En wat begon met geraakt worden eindigt als een niets ontziende wraakoefening: ‘Straffen, slaan, schoppen, moorden.’ Waar het eigenlijk mee begon, het geraakt worden, is uit beeld geraakt. De oorzaak doet er niet meer toe, het gaat alleen nog maar over winnen en de oorlog gaat alleen nog maar over zichzelf. Wat rest zijn de rokende puinhopen, alleen maar verliezers en iedereen vraagt achteraf: ‘hoe heeft dit kunnen gebeuren?’.

Dit was een stukje over het deel ‘Zie het’. De overige delen van het boekje ‘Ontploeteren’ zijn: Snap het en Doe het. Het boekje zet ik in de kast van de Leeskamer, dus als je de rest ook wilt lezen, mag je het wel lenen. Vergeet dan niet een boek voor iemand anders mee te nemen.

Jan Fondse

Open in print-vriendelijk formaat.