Bestaat de waarheid nou wel of niet? Of bestaan alleen waarheids-opvattingen?  Door alle voors en tegens die ons via de verschillende media en allerlei rondtrekkende roeptoeters aangereikt worden, duizelt het ons vaak. Want steeds meer wordt de keuze schijnbaar aan ons gelaten. ‘Resultaten uit het verleden geven geen garantie voor de toekomst’, en voor de rest is het je eigen schuld als het misloopt. Waar kun je nog op vertrouwen? Hoeveel van de adviezen die je krijgt hebben de bijbedoeling van voordeel voor de adviserende instantie? En dan zeg ik het nog netjes.

In onze post-truth-society staat het basis-gevoel van vertrouwen onder druk. Niet zozeer het onderling vertrouwen tussen individuen, maar veel meer het vertrouwen in organisaties en instituities neemt af. We weten niet meer waar we aan toe zijn en de achterdocht jegens overheden en adviseurs wordt steeds groter gemaakt door de roeptoeters in media en politiek. Want als zelfs het hoogste gezag in de Verenigde Staten het geen bal meer interesseert of iets waar is of niet, snijdt dit veel dieper in ons rechtsgevoel dan dat er af en toe fouten boven water komen. Fouten maken gebeurt nu eenmaal en daar valt mee te leven, maar nep-argumenten gebruiken om doelbewust een beoogd effect te creëren, gaat veel verder dan fraude. Want dat is ‘opzettelijke misleiding om onrechtmatig voordeel te verkrijgen’, en om mensen te misleiden moet je als misleider in elk geval zelf wel weten wat waar is en wat niet. Maar wat als de waarheid je geen bal kan schelen? Als alleen het effect telt?

Julian Baggini beschreef in haar boek: ‘Een kleine geschiedenis van de waarheid; troost in tijden van nepnieuws’,  het probleem dat we niet meer goed begrijpen wat ‘waarheid’ betekent.
De eeuwenoude definitie van Aristoteles staat nog steeds:

“Van ‘wat is’ te zeggen dat ‘het niet is’ of van ‘wat niet is’ dat ’het is’, is onwaar, maar van ’wat is’ te zeggen dat ‘het is’ en van ‘wat niet is’ dat ‘het niet is’, is waar”.

Ons probleem is vooral hoe en door wie de waarheid wordt vastgesteld en hoe iemand die de waarheid vertelt te onderscheiden van iemand die doet alsof.  Neem bijvoorbeeld de actuele discussie in ons dorp rond het gebruik van bestrijdingsmiddelen in de landbouw, met name de sierteeltsector. Hoe kan het in vredesnaam bestaan dat een politieke partij een motie indient waarin letterlijk opgeroepen wordt om:  ‘Hierbij de adviezen van het RIVM over te nemen en daarmee de discussie binnen deze gemeente te beëindigen’, teneinde de ondernemers in de sierteeltsector uit de wind te houden. Kennelijk is Vergif geen probleem als je er maar aan Verdient; daarom staan er ook twee V’s in VVD.  De V van vertrouwen was al door het gesjoemel rond de gaswinning gedevalueerd en nu de gif-motie ook nog een tweede maal werd ingediend tot een W van wantrouwen geworden.

De ‘noodzaak’ voor het plunderen van onze natuurlijke rijkdom ten behoeve van onze tomeloze hebzucht en het vernietigen, vergiftigen van onze omgeving om ons verdienmodel in stand te houden heeft ons mensen van kroon op de schepping gedegradeerd tot de meest kwetsbare diersoort. En niet alleen een roofzuchtige, maar nu ook nog een kwaadaardige. Niet zozeer als individu maar als collectief, verbonden in groepen, organisaties en instituten.

een moderne plaag

Het is heel goed mogelijk om in woord of geschrift oorzaak en gevolg te ontkoppelen, maar de feiten liegen er niet om. Ook al word je de mond gesnoerd en wordt het noodzakelijke gesprek (debat) ontweken, tja, dat is alleen maar olie op het vuur! Door onze omgeving te vergiftigen, treden er nu catastrofale plagen op die niets met toeval of statistisch verklaarbare variaties te maken hebben. Nee, we zijn de hele zaak naar de bliksem aan het helpen, naar de kloten zogezegd, alleen maar om ons verdienmodel in stand te houden.

Aansprakelijkheid? Wie is tegenwoordig nog ergens effectief voor aansprakelijk te stellen? Ja, je buurman misschien bij de rijdende rechter, of een leverancier via de BelBus van Kassa. Maar morele aansprakelijkheid? Wie wordt er nog moreel aangesproken op ontoelaatbaar gedrag? Volgens de genoemde motie van de VVD mogen we er zelfs niet meer over praten. Belachelijk toch?

Het is maar goed dat er in onze gemeenteraad nog mensen zitten die wèl het moreel besef hebben om zo’n motie tot twee maal toe naar de prullenbak te verwijzen.

Jan Fondse

Open in print-vriendelijk formaat.

19