Na het Algemeen Vormend Onderwijs (MAVO) is er vervolgonderwijs in de vorm van Beroepsonderwijs; MBO, vaak verbonden aan een ROC (regionaal opleidingscentrum). Want lang niet iedereen wil ingenieur, architect of advocaat worden.

In het beroepsonderwijs worden kennis en kunde al doende gekoppeld en zo worden studenten gevormd in praktische wijsheid. Dat is het soort wijsheid dat niet uit boeken gehaald kan worden of van Wikipedia gekopieerd kan worden. Dat is wijsheid die je in en met je groep kunt ontwikkelen door zelf uit te vogelen hoe je kennis in de praktijk kunt toepassen. Dat leer je door vallen en opstaan in de veilige omgeving van het (praktijk-)leslokaal. Daar zijn de leraren en de assistenten die naast je staan om te helpen als je vastloopt in experimenten. Zo wordt je praktische kennis aangereikt op het moment dat je het nodig hebt en er dus voor ontvankelijk bent. Dat is ook de omgeving waar je nog fouten mag maken, omdat je daar het meeste van leert. Hier wordt voorgedaan en nagedaan; voorgeleefd en nageleefd. Dat is de les die we geleerd hebben in de coronacrisis: zonder voordoen en voorleven werkt het niet. Afstandsonderwijs ontbeert de noodzakelijke nabijheid, de aandachtige aanwezigheid van de leraar.

Scholing gaat over meer dan de voorbereiding op geld verdienen op de arbeidsmarkt. Scholing gaat ook over bewustwording van het belang dat zoveel mogelijk mensen in staat zijn bij te dragen aan de toekomstige welvaart. Want net zo goed als je een leger nodig hebt om een land te verdedigen, heb je scholen nodig om een beschaving te verdedigen. We hebben dringend behoefte aan jonge mensen die, naast hun werk, ook aan onze samenleving van de toekomst bouwen.

Historisch gezien waren de beroepsopleidingen nauw verbonden met de gilden. In het gilde kwam je als leerling en onder leiding van één of meer gezellen en de meester leerde je al doende een vak, het ambacht. Een gezelschap bestond uit gezellen en was de plek waar onderlinge ervaringen werden uitgewisseld, zodat men met elkaar vakkennis deelde teneinde praktisch inzicht te vergroten. Dit alles in een gezellige sfeer; men is hier immers onder gelijken. Dan leiden verschillen van inzicht niet tot tegenstellingen, maar tot verdieping en verinnerlijking. Dat is aloude ideaal van ‘Bildung’, waar ruimte gevonden wordt om zelf na te denken, op welk gebied dan ook. Ruimte voor de nuance; weg van de boekhoudersmentaliteit zoals in de partijpolitiek waar men uitsluitend denkt in ‘voor’ en ‘tegen’, zodat de stemmen geteld kunnen worden; achteraf worden dan wel argumenten gezocht om één van die twee opties te schragen.

Het gaat om precies het juiste evenwicht van het vakkundig handelen en de theoretische onderbouwing dat ‘praktische wijsheid’ genoemd wordt. De oude Grieken hadden voor dit begrip een eigen woord: phronèsis. In het versmelten van kennis en kunde gebeurt iets. Het snap-moment, de ah-ah-klik.

Vanuit deze phronèsis durven we samen de toekomst aan. Niet dat we alles weten, nee, juist niet. Samen de toekomst in, samen niet-weten wat de toekomst brengt. Want dat is kern van het onderwijs: voorbereiding op een toekomst die je niet kent.

Het niet-weten van toekomstige ontwikkelingen werd het leger van de tuinhazen bijna fataal. Een hazenleger is het nest van een haas. Mensen met een beroepsopleiding aan de Tuinbouwschool te Frederiksoord, worden nog steeds ‘tuinhazen’ genoemd. Het nest van deze tuinhazen, de tuinbou

Tuinhaas te Frederiksoord

Van Swieten tuin te Frederiksoord

wschool, is ooit verkocht aan een zorgondernemer, omdat opleidingen van deze school overgedaan zijn aan een grotere opleider in Meppel vanwege vermeende schaalvoordelen. Nu blijkt echter dat deze voordelen in de praktijk tegenvallen en de opleiding wegkwijnt.

Het getuigt van praktische wijsheid dat enkele tuinhazen samen de vereniging ‘De Proef’ hebben opgericht en de Tuinbouwschool weer teruggekocht hebben. Het is kenmerkend voor mensen met een praktische opleiding op een stevig theoretisch fundament dat ze het lef hebben om samen niet-te-weten en toch samen een visie op de toekomst te ontwikkelen: namelijk samen de aarde verrijken en een betere toekomst te oogsten.

‘De Proef’ is een herstelproject voor de oude tuinen en gebouwen van Frederiksoord met een focus op de thema’s land- en tuinbouw, educatie en kunst & cultuur. Wellicht weer beroepsonderwijs waar vandaag de dag zo’n behoefte aan is. Hoe? Een accreditatie of een verbinding met de nieuwe leerstoel Weldadigheid van de WUR of aansluiting met het UNESCO erfgoed of een practoraat van de aangesloten ondernemers zoals ‘De Proef’? Het is het lef om samen op weg te gaan in het niet-weten wat de toekomst brengt.

Dit geldt niet alleen voor de beroepsopleiding in de land- en tuinbouw, maar geldt veel breder: Handel. Opleidingen Handel en Mode, Interieur, Textiel en Tapijt (MITT); ICT en Creatieve Industrie; Mobiliteit, Transport, Logistiek en Maritiem; Specialistisch Vakmanschap; Techniek en Gebouwde Omgeving; Voedsel, Groen en Gastvrijheid; Zakelijke Dienstverlening en Veiligheid; Zorg, Welzijn en Sport.

Kortom, precies de banen waarin we nu vreselijke tekorten zien. Het zijn ook de banen die de kurk vormen waar onze economie op drijft. De bodem onder onze welvaart. Maar er is meer dat belangrijk is: dat is het welzijn dat meegewogen moet worden in de beroepskeuze. De keuze is reuze, maar het gaat er niet alleen om een ‘visie’ op het vak, het ambacht zo je wilt, maar het gaat er vooral om dat er passie voor het vak is. Kortom zonder liefde voor het vak wordt het niks. Dat zie je maar aan de tuinhazen, die hebben eeuwigheidswaarde. Net zo als de Paashaas.

                    Jan H. Fondse

Open in print-vriendelijk formaat.