Laat ik maar plompverloren met de deur in huis vallen: landbouwgif is dodelijk. Of je het nu een andere naam geeft zoals herbicide, pesticide of insecticide, altijd gaat er iets aan dood. Gelukkig niet alles tegelijk, maar met het ene gif gaat het gras dood, van het andere gif laat onkruid het leven of de bramen of brandnetels. Ook schimmels bestrijd je met het spuiten van een specifieke soort gif. Technisch gezien is er voor elk ongewenste schimmel, insect of onkruid een vergif te maken, we kunnen op elk niveau in de voedselketen storend ingrijpen; als gewenst of onbedoeld effect.
En het werkt, anders zou het niet zo veel gebruikt worden. Er zijn mensen die voor landbouwgif een verzachtende omschrijving (eufemisme) gebruiken en liever van gewasbescherming spreken. Hiermee benoem je niet langer de werking, maar sla je een stap over en benoem je direct het doel en niet langer het middel.
Het doodmaken van onkruid, insecten en schimmels doen we allemaal. Wie er geen vliegenmepper in huis heeft of wie niet op tijd de groentetuin schoffelt of de huisstofmijt niet bestrijdt, die ben ik nog niet tegengekomen. Bij de meeste mensen staat buiten het bereik van kinderen en huisdieren wel wat vergif. Niet direct rattengif, maar mierenlokdoosjes zijn toch geen zeldzaamheid. Om je paadje netjes te houden was RoundUp toch wel makkelijk. Maar dat mag niet meer, het is wettelijk verboden. Althans in kleine hoeveelheden voor huishoudelijk gebruik.
Nee, je moet zoiets groots aanpakken. Niet die lullig kleine flesjes van het tuincentrum (zijn ze nog te koop?), nee, dat moet je groter aanpakken. Gewoon een paar liter op een hectare. Kijk dat zet zoden aan de dijk, eigenlijk hier een verkeerde beeldspraak. Maar draait daar niet de hele discussie over bestrijdingsmiddelen om? Over het geschetste beeld? De landbouwsector moet efficiënt werken, want door de zuinigheid van de consument staan de prijzen onder druk. Het is de taak van akkerbouwers om de voedselvoorziening te garanderen. Zo is ook veeteelt noodzakelijk zolang we melk, boter, kaas en eieren in het schap van de supermarkt willen zien.
We kunnen er natuurlijk voor kiezen om bij boeren te kopen die biologisch-dynamisch produceren, maar ja, dat kost….
Dus wie drukt de boeren in de hoek van steeds efficiënter (lees goedkoper) te moeten produceren? Die efficiëntie kan bijvoorbeeld gehaald worden uit de arbeidsbesparing door landbouwgif toe te passen en/of schaalvergroting na te streven. Megastallen bouwen door kleinere boeren met subsidie uit te kopen.
Daardoor ontstaat ook meer afstand tot het eigenlijke boeren. Met de computer wordt niet alleen de optimale bemesting berekend, maar ook de maximale draagkracht van de grond om je (Brabantse varkens-)mest op kwijt te raken. Dat de daarmee samenhangende ammonia-uitstoot ook van invloed is op de nabijgelegen bossen, ja, helaas pindakaas. De voedselproductie is een nationaal belang.
Maar de sierteeltsector dan? Dat gaat toch over luxe producten, een bloemetje op tafel (in Japan) of bollen ten behoeve van export voor tuintjes in het Verenigd Koninkrijk of elders in de wereld. Het is een lucratieve handel, vooral als je goedkoop je arbeid kunt inkopen. Bovendien hoef je geen rekening te houden met de werkelijke kosten die de uitputting van de grond met zich mee brengt en de schade aan flora en fauna. Als de draagkracht van de natuur voor chemische middelen overschreden wordt, heeft dat helaas geen gevolg voor de rendabiliteit van sierteelt productie.
De draagkracht van de bewoners is een andere factor die in ogenschouw genomen moet worden. Want de lopende discussie is het stadium van de dialoog voorbij. Mensen staan op straat tegen elkaar te schreeuwen. Laatst hoorde ik iemand schreeuwen: “Als je het hier niet langer bevalt, waarom ga je dan niet verhuizen? Stomme westerlingen.” Zo sijpelt het gif de samenleving binnen.
Is dit het Drenthe waar men gewoon is elkaar op straat te groeten en waar nabuurschap nog steeds in de genen zit?
Jan Fondse
14/05/2019 op 17:58
Beste Roelof,
Mooi dat je reageert. Dit geeft een veel korter lijntje dan via het Weekblad van Diever.
Natuurlijk ben ik het verschrikkelijk met je eens. Iedereen kan biologisch-dynamische groenten kopen. Maar wie heeft er de moeite en de meerprijs voor over?
De positie van de boeren is niet te benijden. Ze zitten klem tussen de markt (voedselverwerkende industrie) en de overheid (wet- en regelgeving).
Daarom heb ik heel veel respect voor de boeren die zo gemangeld worden. Wij zijn het, als consument, die de prijs onder druk zetten.
Iets anders vind ik de grootschalige sierteelt, waar men de grens van het toelaatbare opzoekt en deze probeert op te rekken. Alles wat niet uitdrukkelijk verboden is beschouwen zij als toegelaten en geaccepteerd. Hier wordt willens en wetens schade aan het milieu toegebracht omwille van snelle winsten terwijl het effect op lange termijn niet meegenomen wordt als kostenpost. Zo zijn we hier toch weer een wingewest geworden.
Met vriendelijke groet,
Jan
12/05/2019 op 19:45
Beste Jan,
Wel een beetje eenzijdig belicht vindt ik, de prikkeling is er in ieder geval, maal als boer moet je je zo langzamerhand een misdadiger voelen. Wij wensen een bepaald welvaartsniveau en willen niet inleveren en zo lang wij niet meer dan 5 % tot 10 % van ons inkomen aan voedsel willen besteden, zullen de boeren wel verder moeten op deze weg. Dat wordt pas anders als dat 40 % tot 50 % wordt, maar dat gaat niet gebeuren, wij vliegen liever de hele wereld over, met alle vervuiling veroorzakend van dien, maar wel de boeren de maat nemen en dat is de kritische vinger van de burger die naar de boeren wijst, waarvan er altijd nog 3 naar zichzelf wijzen, enige bewustwording van het eigen gedrag is dan ook wel op zijn plaats dacht ik zo.
Doe er het jouwe mee, maar ben bang dat ik niets meer van hoor.
Trouwens elkaar groeten doen wij, wat mij betreft, nog steeds, waarom zou dat niet meer kunnen, vraag ik mij dan ook af.
Met vriendelijke groet,
Roelof Berg