Hoe vernieuwend is het dat de monumentale Pancratiuskerk door de week voor publiek opengesteld wordt voor koffie en een praatje en ontmoetingen van inwoners en gasten in ons dorp? Zie voor de openingstijden de rubriek in de agenda het Weekblad voor Diever e.o.  groet en ontmoet.

Reeds in de Bronstijd had men behoefte aan publieke overkapte ruimten van steen. Die maakte men van onderaf, zonder gevaar van instorting. Griekse architecten deden dat anders en werkten met boogconstructies met een sluitsteen. Het ontwerp van deze stenen boogconstructies gaat terug tot 400 jaar voor het begin van onze jaartelling. De Romeinen namen deze techniek over en zo werd bijvoorbeeld in Rome een zuilengang overkapt met gewelven: de Basilica Ulpia; waarin een openbare bibliotheek gevestigd werd. Het woord ‘Basilica’ verscheen reeds in teksten uit ca 200 v.Chr. als naam voor een publieke hal. Aan de zijde tegenover de ingang werd een halfronde uitbouw geplaatst die ook enkele treden verhoogd werd. De Basilica werd voor velerlei doelen gebruikt; als paleis, dan stond de troon in de verhoogde uitbouw; als rechtbank, dan zat de rechter op de verhoging; als marktplaats en als ontmoetingshal.

Ongeveer tweeënhalve kilometer ten zuiden van de Romeinse stadsmuren, ontstond in de eerste eeuw een (heidense) begraafplaats. Rond 258 werden de (vermeende) lichamen van Petrus en Paulus vanuit de catacomben hierheen gebracht. Het is mogelijk dat verering op andere plaatsen niet veilig was door de christenvervolgingen onder keizer Valerianus (253-260) en dat daarom een plaats buiten de stadsmuren veiliger werd geacht.
Begin vierde eeuw, in de tijd dat Constantijn het christendom begon te begunstigen, werd er een basilica over deze graven heen gebouwd en aan deze christenen toegewezen. Want de burgers van Rome mochten vanaf die tijd hun eigen religie bepalen. Toen werd het grootste deel van de Romeinse aristocratie bekeerd tot het christendom. Met hun geld werden kerken gebouwd en onderhouden. Naar de stand van de techniek hadden al deze kerken de vorm van de basilica, een zuilengang een overkapping van gewelven. Deze bouwvorm wordt thans een Basiliek genoemd. Tegenwoordig kennen we die begraafplaats als het Vaticaan en de basiliek de Sint Pieter.

Na deze tijd werden overal kerken gebouwd in de vorm van een Basiliek, compleet met gewelven. Deze kerken waren tot voor kort eigendom van christelijke gemeente, parochies of bisdommen. In Haarlem is de Basiliek een Kathedrale Basiliek, een gebouw in de vorm van een driebeukige basiliek met als functie een kathedraal omdat het de zetel van de bisschop is. Daar staat de katheder, waar vanachter de opvattingen over geloofszaken verkondigd werden (ex cathedra) en zo eeuwigheidswaarde kregen.

Sinds eind jaren zestig van de vorige eeuw doet zich in Nederland een duidelijke trend van ontkerkelijking voor. Veel kerkbesturen piekeren zich suf over het gebruik van monumentale kerkgebouwen. Vandaag de dag zien we een ander sacraal gebruik van deze monumenten; bijvoorbeeld de Broederenkerk in Zutphen waarin nu de openbare bibliotheek gevestigd is. Ook worden deze gebouwen gebruikt voor concerten en lezingen.

Ook in Diever wordt de monumentale Pancratiuskerk zowel voor kerkdiensten als voor concerten gebruikt. Het is verheugend te zien dat dit basilieke gebouw ook voor zijn oorspronkelijke bestemming opengesteld wordt: de plaatselijke schilderskring houdt er in de zomermaanden een vrij toegankelijk expositie; er is een goed bezocht programma van allerlei concerten. De laatste tijd is het kerkgebouw ook een openbare ontmoetingsplaats voor mensen die zomaar een kopje koffie of thee willen komen drinken en een praatje maken. Een fantastische ontwikkeling die recht doet aan de eeuwenoude bedoeling van de basilica. Zo blijft een eeuwenoud monument zijn waarde behouden.

Jan H. Fondse

Open in print-vriendelijk formaat.