Over tussenruimten(1)

by Jan H. Fondse | 18/11/2018 09:41

Een tussenruimte is een ruimte die we noch als publieke ruimte noch als private ruimte kunnen benoemen. Het is letterlijk een andere ruimte, een ruimte ergens er tussenin. Het is de ruimte die twee of meer individuen gemeenschappelijk hebben. De ruimte tussen individuen is de tussenruimte. Het is zeker geen publieke ruimte, maar ook geen private ruimte, waarin iedereen een bepaalde afstand tot de ander bewaart, de zogenaamde persoonlijke ruimte. Het is in onze cultuur nogal ongepast om zo maar, onnodig, iemands persoonlijke ruimte te betreden.

Soms doen we dat uit compassie, een arm om iemands schouder, een bemoedigend klopje op de arm of een waarderend schouderklopje. De één doet het wat makkelijker dan een ander. Maar over het algemeen is het in onze cultuur niet gewenst om een ander te na te komen en bewaren we een gepaste afstand; zo ongeveer een armlengte.

De tussenruimte kunnen we noch publiek, noch privaat duiden omdat het begrip tussenruimte in onze alledaagse taal ontbreekt. De tussenruimte is ‘anders’. Ik denk dat we de tussenruimte het best kunnen duiden als ‘sociale ruimte’. De tussenruimte is een verbindingsruimte, niet alleen tussen personen als individuen, maar ook tussen groepen en tussen klassen. In de tussenruimte worden ook grenzen getrokken, muren opgetrokken of, meer rustiek, heggetjes, hagen of hekjes geplaatst. Om de private ruimte van de publieke ruimte duidelijk te scheiden zet je een (hoge) schutting; dan is er ook geen tussenruimte, geen sociale ruimte. Daar wens je geen ruimte open te houden voor ontmoeting en sluit je anderen buiten. Dat is ieders goed recht, laten we daar geen misverstand over laten bestaan. Maar het is wel een signaal.

Tussenruimte is er ook in de tijd. Het interbellum, de tijd tussen de twee wereldoorlogen is daar een voorbeeld van. Het is dan een gebeuren in de tijd, de tijd tussen gebeurtenissen. Deze tussenruimte in de tijd wordt ook zichtbaar gemaakt in musea, de tijdsruimte tussen heden en verleden.

Maar ook de tussenruimte die je maakt door de dagelijkse sleur te onderbreken en op vakantie te gaan. Ook daar ontstaat die sociale ruimte, het hernieuwde contact met degenen die je dierbaar zijn. En is er ruimte voor kunst en cultuur, voor ontspanning en spel. Kortom in de tussenruimte is plek om op adem te komen en de ander te ontmoeten.

Architecten geloven dat goede architectuur ontstaat wanneer er sociale ruimte tot stand wordt gebracht die mensen bij elkaar brengt. Steeds meer staat het begrip sociale ruimte in de belangstelling, met name de invulling daarvan. De ruimte waar mensen elkaar ontmoeten. Dit is niet alleen de ruimte in gebouwen, tussen de gebouwen, maar ook de functie van gebouwen. Een speeltuin, dorpshuis of koffiehuis, desnoods een hangplek om met vrienden rondom een kampvuur zitten. Het zijn voorbeelden van tussenruimten, waarvan de één meer in de richting gaat van privaat en de andere plek meer publiek genoemd kan worden.

Een voorbeeld van zo’n tussenruimte is de supermarkt. Je komt er iedereen tegen en ik zie mensen met elkaar staan praten als ik de winkel inga en als ik afgerekend heb staan ze er nog.

Het ultieme gebaar om iemand uit te nodigen de tussenruimte te verkleinen is het met open armen iemand tegemoet treden, het welkom voor familie en vrienden. Veelal wordt dat bezegeld met drie smakkers (hoeft voor mij niet altijd). Sommigen hebben beroepshalve toegang tot je persoonlijke tussenruimte: de dokter, de verpleegkundige en de tandarts, maar ook de politieagent. Dit wordt meestal als vanzelfsprekend aanvaard.

Stedebouwkundigen creëren tussenruimten als sociale ruimten, als neutrale, abstracte ruimtes waar mensen een eigen inbreng kunnen hebben. Deze worden planmatig bestempeld als lege ruimte en nodigen uit tot maatschappelijke initiatieven. Het is onverteerbaar als anderen deze ruimten zich toe-eigenen door hier bezit van te nemen of (net zo erg) anderen beletten deze ruimten voor sociale activiteiten in te richten.  

Jan Fondse

Source URL: https://www.dieverindialoog.nl/over-tussenruimten1/