Over ochtendgloren
by Jan H. Fondse | 19/01/2019 18:17
Wat heerlijk dat afgelopen week ’s morgens het zonnetje lekker scheen. Je kunt merken dat de dagen al gaan lengen. We gaan de goede kant op, richting voorjaar. Het wordt nu steeds vroeger licht. Om dat vast te stellen heb je een klok nodig. Waarom eigenlijk? Kunnen we niet gewoon naar buiten kijken en zeggen ‘Het is licht’. Maar daarbij krijg je meteen een probleem, een mogelijk twistpunt, want wanneer eindigt het donker van de nacht en begint de dag? Dat kun je niet met een klok vaststellen, want de grens tussen dag en nacht schuift elke dag een stukje in de tijd op. En dan volgt in het voorjaar de schok waarin de tijd binnen één klokslag een uur verspringt en in het najaar weer in de winterstand terugzakt. Gelukkig ben ik niet de enige die twijfelt aan de richting van het verspringen van de kloktijd. Zelfs onze overheid stelde in een minireferendum de verkeerde vraag over het afschaffen van de zomertijd. Maar dat had volgens de minister geen enkele invloed op de uitkomst en de geldigheid van het referendum.
Tja, zo belangrijk is het dus. Of moet je zeggen zo belangrijk wordt de stem van het volk dus gevonden? Het maakt niet uit welke vraag gesteld wordt, dus wat is dan de waarde van het antwoord. Als je over tijd spreekt en wilt weten wanneer de nacht voorbij is en de dag begonnen is moet je naar buiten kijken.
De kloktijd dat is de tijd die door de zorgverzekering toegestaan (en betaald wordt) is voor een behandeling; dat is de begrensde tijd die hulpverleners krijgen om probleemgevallen weer op de rails te krijgen, dat wordt gemeten in de tijd die geld is. Stel je voor dat een hulpverlener aan je vraagt: ’Waar zie jij je zitten over twee jaar?’ Dan krijg ik de kriebels en ben ik geneigd om te antwoorden dat het afhangt wat voor weer het dan is. Maar ja, ze hebben maar een kwartiertje voor je dus je moet wel serieus blijven. Voor je het weet ligt de nieuwste DSM op tafel.
Dan wordt niet zozeer naar de mens, niet naar het ‘geval’, gekeken maar naar de klok. Ook hier begrenst de klok de aandacht, terwijl er tijd nodig is.
Onlangs kreeg ik een mooi boekje onder ogen waarin diezelfde kwestie aan de orde kwam.
Een rabbi vroeg eens aan zijn leerlingen: ‘Hoe bepaal je het moment waarop de nacht ten einde is en de dag begint?’
Eén van de leerlingen van een rabbi zei: ‘Als je in de verte een hond van een schaap kunt onderscheiden?’ ‘Neen,’ antwoordde de rabbi. ‘Wanneer je van verre een dadelboom van een vijgenboom kunt onderscheiden?’ vroegeen andere leerling. ‘Neen’, antwoordde de rabbi. ‘Maar wanneer dan?’, vroegen zijn leerlingen.
De rabbi zei: ‘Als je in het gelaat van de ander kijkt en daarin je zuster of broeder ziet. Dan weet je dat de nacht is geweken en de dag is aangebroken’.
Jan Fondse
Source URL: https://www.dieverindialoog.nl/over-ochtendgloren/