Over nuttigheid

by Jan H. Fondse | 13/08/2019 11:39

De ervaring van nutteloosheid, schadelijkheid en de grote ergernis door ongewenste indringers zoals de irritante SPAM-mails, kent een lange geschiedenis. Toen de vroegste bewoners, de jagers/verzamelaars, zich hier 7.000 jaar geleden in vaste woonplaatsen vestigden, verschenen daarmee de eerste akkertjes. Zeg maar de primitieve agri-cultuur. Om ongewenste indringers te weren, die schade brachten aan gewassen door vernieling en vraat, werd een dichte, vaak stekelige beplanting rond de akkertjes geplaatst. Omdat hier in Drenthe de hazelaar en de meidoorn veel voorkomen, werden deze in vlechtwerk gebruikt als omheining.

Tuin of tuun zoals gebruik was in de vroegste agri-cultuur

oervorm van spam-filter

Zo’n omheining heette een tuun of een tuin. Later verschenen deze omheiningen als gemetselde muurtjes en verschoof tegelijkertijd de betekenis van het woord tuin, van de omsluiting naar het omsloten terrein zelf. Bij de bouw van kloosters werd doorgaans een ommuurde tuin aangelegd voor medicinale kruiden. Zo ontstonden de kloostertuinen en later de kasteeltuinen.

In de serie Kloosterleven van de KRO-NCRV vertelde Abt Gerard  Mathijsen van het Benedictijnen klooster in Egmond, hoe hij probeert een toekomst voor het kloosterleven en de communiteit te behouden. Hij praat over zijn zoektocht waarbij hij zijn klooster jong houdt door het op verschillende manieren te delen met de buitenwereld. Hij praat over de vraag hoe je in het zorgen voor de ander en de omgeving tegelijkertijd toekomt aan het zorgen voor jezelf. Het is boeiend om op de zoektocht naar deze verbindingen, een eindje mee te wandelen. In de beslotenheid van de kloostertuin bestaat ruimte voor een noodzakelijke ommekeer, de radicale ommekeer.

De laptop, iPad en smartphone maakt dat we toegang hebben tot schier eindeloze stromen van informatie. Beter gezegd eindeloze stromen van gegevens, want informatie is iets waar je wat mee kunt. De overvloed van commercieel gedreven goed-nieuws berichten overschreeuwen de alledaagse werkelijkheid.  Niets is zo deprimerend als de continue stroom tweets of Instagram waar je wijs gemaakt wordt welk een geweldig leven je leidt. Ook het ongevraagd via Whatsapp continue bereikbaar willen/moeten zijn voor anderen, overspoelt je denken. De menselijke reactie is dan dat je je terug wilt trekken. Voor al die ongewenste en veelal nutteloze informatie is de categorie ‘SPAM’  bedacht. Om weer enigszins wat rust terug te brengen in de bovenkamer worden tegenwoordig spam-filters toegepast. Juist om die ongewenste (schadelijke) invloeden te weren, te weerstaan oftewel hiertegen weerstand op te bouwen.

Spam was oorspronkelijk een samentrekking van ‘spiced‘ en ‘ham‘. Deze spam werd hier verkocht onder de naam smac (in blik). Met een sketch van Britse komieken werd spam aan de kaak gesteld omdat zgn in een lunchroom achter alle gerechten ‘met Spam (Smac)’ stond. Een groepje zong toen uit volle borst: “Spam spam spam spam. Lovely spam! Wonderful spam!“. Door deze ongevraagde, ongewenste herrie werd normale conversatie door de spam-zangers onmogelijk gemaakt, net zoals door ongevraagde e-mail je inbox dichtslibt met troep. In de e-mail-spam-debatten doen e-mailmarketeers vaak een beroep op het recht op vrije meningsuiting. De vraag is of deze agressieve vorm van inbreuk ook moreel verdedigbaar is. Een spammer kan rendabel miljoenen spamberichten versturen om slechts één product te verkopen. Het kost ongeveer 150 euro om 20 miljoen spamberichten te verzenden, dat zijn meer dan 100 000 spamberichten per euro. De kosten, de ergernis en de (vraat)schade komt bij de ontvanger te liggen. Ethiek zal in het woordenboek van een spammer niet voorkomen.

De ongewenste activiteit van de spammer moet, net zoals de ongewenste dieren, uit de akker gehouden worden. Dus eigenlijk door precies dezelfde functie in de oorspronkelijke betekenis van het woord ‘tuin’ of ‘tuun’ ligt. Dan zie je ook de paradox tussen de beslotenheid van de tuin die tegelijkertijd ruimte geeft om eens anders naar je bestaan te kijken. Dan krijgt ook het woord ‘proeftuin’ betekenis, een ruimte om wat uit te proberen. Zoals de broeder in de Kloosterserie van de Benedictijnen over zijn droom vertelde om de huidige agri-cultuur van bestrijden (die eufemistisch beschermen wordt genoemd) om te vormen naar perma-cultuur. In plaats van bestrijden over te gaan naar weren, weerstaan en weerstand verhogen.

Zo zal de mens, verlost van alle nutteloze spam, zich ook duurzaam kunnen gaan omvormen, hervormen, tot een nuttige soort. Niet door bestrijden dus, maar door weerstaan en zo een beetje met de genade mee werken. Zich tot nut maken, tot een nuttige soort zogezegd.

Jan Fondse

 

15

Source URL: https://www.dieverindialoog.nl/over-nuttigheid/