Over knutselen

by Jan H. Fondse | 30/03/2019 20:57

Knutselen en prutsen ligt volgens sommigen zo dicht bij elkaar dat het naast elkaar en door elkaar gebruikt wordt. Maar als je naar het gebruik van de woorden kijkt zie je ogenblikkelijk het verschil. Je kunt iets wel verprutsen, maar verknutselen lijkt me een hele tour. Knutselen heeft ook iets van plezier in zich. Lekker zitten knutselen; het is het voorstadium van het ambacht en heeft ook iets van creativiteit in zich dat kan uitgroeien tot kunstenaarschap. In elk geval iets technisch, als beroep of als hobby. Hierin hoor je ook de liefde voor het vak of de lol in je werk. Arbeidsvreugde zogezegd.

Een begrip dat dicht tegen het knutselen aanligt is het begrip ‘uitvogelen’. Een ideetje dat je wilt laten uitgroeien tot een idee en later tot een ontwerp dat vergt een inspanning die ‘uitvogelen’ genoemd wordt. Het gaat er niet langer om het ‘wat’ maar vooral om het ‘hoe’. Vaak is het uitvogelen een kwestie van vallen en opstaan. Dat lijkt gestuntel, maar het is beter dan doormodderen in het lineaire of circulaire denken. Daar moet je zo nu en dan eens uit durven stappen en een radicale keuze durven maken. Als je bijvoorbeeld ziet dat een decor of een corsowagen precies volgens tekening gebouwd is, maar er niet uitziet als je een paar stappen afstand neemt. Dan moet je het lef hebben om er de slijptol, de snijbrander of de kettingzaag er in te zetten. Als je deze radicaliteit niet op kunt brengen, of je de ruimte er niet voor krijgt, dan, ja, dan wordt het prutsen. En prutswerk dat herkent iedereen.

Door veel te knutselen doe je praktische wijsheid op. De oude Grieken noemden dat phronèsis. Je zou ook kunnen zeggen ‘stilzwijgende kennis’; deze omvat ervaring, waarden en attitudes, zeg maar het ‘vormgevend vermogen’. Misschien hebben we het hier wel gewoon over gezond verstand.

Aan regels en afvinklijstjes heb je niet genoeg om zorgvuldig te handelen als professional: situaties moeten geduid, regels geïnterpreteerd. Vaak moeten regels naar de hand worden gezet als de situatie daarom vraagt. Niet alles kun je namelijk langs een lat leggen. Dan kan de enige uitweg bestaan in een radicale keuze. Anders blijven we grijpen we naar diezelfde middelen (regels) om toestanden te verbeteren als waardoor ze ontstaan zijn:

– regels en administratieve procedures om het overzicht te houden en er zeker van te zijn dat mensen doen wat ze moeten doen;

– allerlei prikkels om degenen extra te belonen die de doelstellingen halen en zelfs overschrijden.

Zo blijf je dus in hetzelfde cirkeltje ronddraaien en krijg je wel beweging, maar geen vooruitgang.

Het woord ‘baanbrekend’ kan hier letterlijk een uitbraak of een doorbraak betekenen. We maken de hele dag keuzes, al weet je nooit hoe die keuzes zullen uitpakken. En toch nemen we elkaar voortdurend de maat, want achteraf heb ik altijd gelijk. En jij ook. Maar wie durft die eerste stap te zetten, de ingewikkeldheid niet uit de weg te gaan of te omzeilen. En als je dan tastenderwijs je weg moet zoeken, is dat dan gestuntel of een dappere poging te vernieuwen?

In het Latijn is diezelfde praktische wijsheid (phronèsis) vertaald als prudentie. Dat heeft bij ons de betekenis gekregen van behoedzaamheid, van weloverwogen keuzes. Oftewel zuinig, voorzichtig en conservatief. Dat leidt dan weer tot eindeloze debatten zonder een duidelijke keuze en dus ook zonder verandering. Zo kan prudentie worden gebruikt als een excuus om niet te willen veranderen.

Juist door te knutselen leer je zelf keuzes te maken en die ook uit te voeren. Dan durf je de ingewikkeldheid te omarmen; de ‘amor complexitatis’, die nodig is om het improviseren aan te durven, wel vanuit de regels, maar niet hard eraan gebonden. Regels en protocollen zijn een middel, geen doel.

Naast maatschappijleer zou ook knutselen op lesroosters moeten staan. Zulk onderwijs maakt leerlingen niet alleen vaardig, maar ook waardig en aardig.

Jan Fondse

5

Source URL: https://www.dieverindialoog.nl/over-knutselen/