Over keuze-stress

by Jan H. Fondse | 28/07/2018 20:55

Als deze week op je boodschappenlijstje staat dat je thee moet meenemen dan wordt je gewoon duizelig van het enorme aanbod in de winkel. Welk getal je ook noemt als het over het aantal soorten en merken thee gaat, het is bijna altijd te laag. Uit een persoonlijk uitgevoerd diepgaand onderzoek is gebleken dat er in onze supermarkt het theeassortiment uit honderdachttien items (tel maar na) gekozen moet worden. Nee, niet kán worden, maar móet worden. Want je kan het natuurlijk niet maken om bij zo’n overweldigend aanbod zonder thee thuis te komen, dan ben je niet alleen van lotje getikt maar ook zwaar de pineut.

Maar het kan nog erger. Stel dat je onverwacht bezoek krijgt en die blijven mee eten. Opgewekt naar de supermarkt getogen om even een toetje, pardon dessert, te gaan halen. Omdat het aanbod analyseren naar soort, smaak en leverancier, of naar suikertoevoegingen, vetgehalte of biologische herkomst zoveel tijd zou vergen dat ik zonder toetjes thuis zou komen, beperkte ik het onderzoek door het aan meters koelvitrine op te nemen. Daarbij maar even veronachtzaamd dat er ook toetjes in de vriezer liggen en dat sommige toetjes buiten de koeling bewaard kunnen worden. Wederom keuze-stress. Niet te weinig!

Hoe komt het nu dat we niet kompleet gestoord worden van die keuzemogelijkheden. Inderdaad: de keuze is reuze. Was dat eerder een aanprijzing, tegenwoordig heb je (wat) hulp nodig om je daar verantwoord doorheen te slaan. Die hulp wordt je geboden door een techniek die ‘nudging’ heet. Deze techniek is even eenvoudig als doeltreffend: de populairste producten zet je gewoon op ooghoogte. Nudging werkt als een onzichtbare hand die bijna elk gedrag kan beïnvloeden. En die nudging werkt niet alleen om keuzes bij aankoopgedrag te sturen, nudging werkt op alle terreinen waar keuzes gemaakt worden. Voorwaarde is wel dat die onzichtbare hand ook werkelijk onzichtbaar blijft. Vaak is die hand verscholen achter een ander belang.

Neem bijvoorbeeld de snelheid remmende maatregelen zoals verkeersdrempels. Het is de bedoeling dat het gedrag van de verkeersdeelnemers wordt aangepast. Maar de automobilist remt niet af om binnen de norm van de maximum snelheid te blijven, nee, als er te hard over een drempel gereden wordt kost dat je voorbumper of je uitlaat gaat er aan. Het is de wijsheid om aantoonbare schade te vermijden die bestuurders er toe brengt de maximum snelheid niet te overschrijden.

Nudging heeft zin als er aan een aantal voorwaarden wordt voldaan. Om te beginnen moet er keuzevrijheid zijn, er moeten belangen in het geding zijn en de sturende hand is onzichtbaar.

Verder is er kennis (of een boodschappenlijstje) nodig en de wil om te kiezen. Nudging is de onzichtbare sturende hand om keuzestress te verminderen en wordt gebracht als service.

Maar wat als de overheid nudging gaat toepassen om burgers een bepaalde kant op te duwen? Gedragsbeïnvloeding is niets nieuws. Subsidies, verkeersboetes en het strafrecht zijn onderdeel van oude strategieën om gedrag aan te moedigen of tegen te gaan. Maar onderzoek in de gedragswetenschappen heeft de manipulatie van wat je denkt en doet steeds effectiever gemaakt. Politici, verkopers, lobbyisten: ze maken allemaal graag gebruik van deze sneaky kennis waarmee ze je kunnen sturen, veelal zonder dat je je daar bewust van bent.

Aan de andere kant roepen we allemaal om het hardst dat de overheid meer moet luisteren naar haar burgers. Nou, naar mijn idee luisteren ze zo goed dat je het ook afluisteren kunt noemen. Door voortdurend de stemming ‘op straat’ te peilen hebben onderzoekers zoals Maurice de Hond goed door hoe de barometer er in de samenleving bij staat.

Vanuit die kennis beïnvloedt de overheid de samenleving. Niet in een bevelsstructuur maar in een onderhandelingsstructuur. Iedereen mag meepraten, maar gestuurd word je niet minder.

De vraag is alleen: wie (be)stuurt die onzichtbare hand?

Jan Fondse

Source URL: https://www.dieverindialoog.nl/over-keuze-stress/