Over frictie

by Jan H. Fondse | 04/04/2018 17:46

Er kan alleen sprake van frictie zijn als er beweging is. Precieser gezegd als er verschil in beweging is. Bijvoorbeeld als de één sneller gaat dan de ander of als de ander maar niet in beweging wil (of kan) komen. Maximale frictie ontstaat als de ander een tegengestelde beweging maakt.

Maar er is nog iets nodig voor frictie, namelijk dat er contact moet zijn. Anders levert het verschil in beweging niet alleen geen frictie op maar interesseert het de ander geen bal dat er verschillen zijn. Juist als mensen op elkaar betrokken zijn zie je dat er frictie kan ontstaan. Die betrokkenheid kan diverse oorzaken of redenen hebben, bijvoorbeeld omdat je buren bent en een verschil van mening hebt of dat een overheid je dwingend iets oplegt waar je het totaal mee oneens bent of het nut niet van inziet. Om nog maar te zwijgen over pubers en hun ouders, hun leraren of pubers onderling; dat kan er soms stevig aan toegaan.

De vraag is wanneer en hoe frictie overgaat naar een conflict. Frictie is eigenlijk wrijving en dat ligt weer dicht te wrevel aan. Hierdoor kan op den duur een afstand ontstaan waardoor het je inderdaad geen bal meer interesseert hoe het met de ander gaat of hoe die zich voelt. Je kunt de ander wel schieten. Je bent dan in het rijdende-rechter-stadium beland, misschien wel tegen wil en dank. Dan is er geen sprake meer van frictie maar van een conflict. En hoe het met die ander afloopt, dat zal jou dan een rotzorg zijn. Wint er dan iemand of zijn er alleen maar verliezers?

Afgunst, naijver en sociale competitie aan de ene kant en geld, macht en reputatie aan de andere kant. Jürgen Habermas noemt dit onderscheid de leefwereld versus de systeemwereld. Daarmee wordt niet alleen het verschil tussen binnen de overheid en alles wat zich daarbuiten afspeelt gekenmerkt. Een voorbeeld hiervan kwam ik tegen in een boekje dat ik aangereikt kreeg op het symposium voor adviesraden sociaal domein.

Daarin ging het over een zorgcoöperatie die bestaat uit een mengvorm van vrijwilligers en professionals. Opgezet voor zorgvragers en 24 uur per dag en 7 dagen in de week bereikbaar. De intake van een zorgvraag doet een wijkverpleegkundige, zij gaat één of meer keren langs, indicatie, pgb-aanvrage, etcetera, al gauw een paar uur werk. Dit alles voor de leden van de coöperatie.

Maar niet iedereen werd lid en wat doe je dan als iemand in jouw straat hulp nodig heeft? Geen lid? Eigen schuld; bekijk het maar? De wijkverpleegkundige kwam dit ter ore: die buur was geen lid, maar ze ging er wel heen. Zij ziet een hulpbehoevende, ze heeft een warm hart, dus gaat ze er op af. De penningmeester vraagt zich echter af hoeveel uur zij er in mag steken omdat de rest voor die kosten op gaat draaien.

Wij zijn van de wegenwacht”, zei de wijkverpleegkundige, “Als je met pech langs de weg staat kun je alsnog, ter plekke, lid worden.”  Met de nodige creativiteit kun je hier een mouw aan passen door bijvoorbeeld voor free-riders een extra inschrijfgeld te vragen. Zo voorkom je dat mensen zich in de steek gelaten voelen en aan de andere kant dat de bestaande leden niet opdraaien voor deze kosten. Gratis lidmaatschap lost zulk soort problemen op. Maar ja, wat moet je dan met marktwerking?

Als de vraagstelling wordt ‘Wat wil je, gehoord worden of dat we je probleem oplossen?’, dan is deze vraag een antwoord dat duidelijk maakt dat er geen snars van begrepen wordt. Het gaat er juist om dat mensen gehoord en gezien worden, zodat ze zelf hun fricties kunnen oplossen of voorkomen. Iets anders is dat je mensen wilt helpen door ze iets aan te reiken waar ze zelf mee verder kunnen. Nog voordat de ontstane fricties escaleren tot conflicten of isolatie en buitensluiting.

Het gaat hier om het verschil tussen het empatische ‘sapperdeflap’ en het ‘hatseflats’ van de snelle probleemoplossers, als u begrijpt wat ik bedoel.

Jan Fondse

Source URL: https://www.dieverindialoog.nl/over-frictie/