Over eeuwigheid

by Jan H. Fondse | 29/05/2015 17:44

Samenleving is weliswaar een zelfstanding naamwoord, maar is niet ‘iets’ of ‘iemand’. Het woord duidt geen zaak of een persoon aan. Je kunt de samenleving ook niet zien, maar hij bestaat wel. Daar is iedereen het over eens. De verschillen worden zichtbaar als je gaat spreken over hoe de samenleving er uit ziet en het wordt echt spannend als het er over gaat hoe het verder moet met de samenleving, moderniseren of niet. Want vrijwel iedereen voelt zich min of meer verbonden met de samenleving.  Het gaat dan al gauw over ‘onze’ samenleving, waarin ‘onze’ waarden en normen gelden. Dat ‘onze’ wordt eigenlijk pas goed duidelijk als er vreemden bij komen, uit het westen of uit een buitenland. Mensen die hier een goed heenkomen zoeken.

De samenleving bestond al voordat je geboren werd en zal er nog zijn als je overleden bent. De samenleving is er dus van eeuwigheid tot eeuwigheid. De samenleving overstijgt het individu, met een moeilijk woord, is dus transcendent, maar tegelijker tijd hoort het bij het menszijn. Niemand leeft voor zichzelf en niemand sterft voor zichzelf. Ook biedt het deel uitmaken van een samenleving troost, namelijk te weten dat waar jij zelf niet meer verder kunt, er anderen zijn die verder gaan. Die zekerheid heb je, maar je weet niet hoe die anderen daar invulling aan zullen gaan geven. Dat moet je in goed vertrouwen maar overgeven, niet omdat je dat wilt, maar omdat het niet anders kan. Deze troost dat het leven doorgaat, kan niemand je geven, die is er gewoon; je moet het willen zien, er op vertrouwen, er in geloven. Dan is eeuwigheid ook geen schrikbeeld, maar betekent het eindeloze rust.

Jan Fondse

Source URL: https://www.dieverindialoog.nl/over-eeuwigheid/