Over belastingaftrek

by Jan H. Fondse | 03/03/2017 12:54

In deze tijd van hectiek waarin we opgejaagd worden door de niet aflatende stroom van verkiezingsretoriek, is er één die ons niet vergeet: de belastingdienst. U weet wel die van: ‘leuker kunnen we het niet maken…’, maar echt lachen zal het wel nooit worden. Neem nou bijvoorbeeld dat geval van persoon X te Y, die in zijn aangifte een bedrag ad € 7.493 aan uitgaven voor specifieke zorgkosten in aanmerking heeft genomen, waaronder begrepen € 1.775 voor extra kleding en beddengoed. Hij heeft later bij brief verzocht om de uitgaven voor extra kleding en beddengoed vast te stellen op € 1.775. Helaas, de Inspecteur beperkte de aftrek tot € 775 omdat ‘de regels’ nu eenmaal zo zijn. De wet bepaalt dat de aftrek plaats vindt volgens door de Minister van Financiën te stellen regels. Deze regeling stelt nu dat de aftrek nooit hoger kan zijn dan € 775. En zo liep de belastingplichtige tegen een muur op, waar geen doorkomen aan was. Telkens wordt met andere woorden hetzelfde gezegd, maar het gevoel blijft: ‘dit kan toch niet waar zijn?’ . Want in zijn specificatie had hij voldoende aangetoond en onderbouwd dat die uitgaven daadwerkelijk gedaan zijn. En een argument van de Inspecteur in de geest van dat het maximum in de regels gesteld is, het maximum is omdat de ministeriële regelgever dat bepaald heeft en dat het dus in de regels staat en de Inspecteur zich aan de regels moet houden en de belastingplichtige dus ook. Nou, dat soort discussies kunnen heel lang duren en uiteindelijk zal de belastingplichtige moegestreden de handdoek doormidden scheuren, pure frustratie dus; zo maak je vrienden. Maar, beste lezers, u zult begrijpen dat ik zo’n verhaal niet begin zonder dat er een onverwachte wending komt.

De belastingplichtige X te Y had een harde kop en liet zich niet de kaas van het brood eten en stapte naar de rechter. En wat dacht je wat, het Hof vond dat aan de ministeriële regelgever niet de bevoegdheid gedelegeerd is om de aftrek voor extra kleding en beddengoed te beperken tot een forfaitair bedrag. Het Hof verklaarde de regeling in zoverre onverbindend. Het Hof heeft de zaak teruggewezen naar de Inspecteur, teneinde X te Y nogmaals in de gelegenheid te stellen om aannemelijk te maken dat, en tot welk bedrag, hij kosten voor extra kleding en beddengoed heeft gemaakt.

Ja, en die uitspraak schuurde natuurlijk bij de Inspecteur. Toen ging het ineens heel ergens anders pijn doen, want wie heeft het hier voor het zeggen? (Hoorden we Trump zich dat ook niet afvragen?) De Staatssecretaris zelf kwam tegen dit oordeel van het Hof in verzet. Naar zijn mening had het Hof uit de parlementaire geschiedenis een onjuiste conclusie getrokken. Dan dus maar een stap hoger en samen naar de Hoge Raad. Foei, ook daar kwam de Staatssecretaris van een koude kermis thuis, want de conclusie van de Hoge Raad strekte ertoe dat het beroep van de Staatssecretaris van Financiën ongegrond dient te worden verklaard.

De advocaat-generaal René Niessen is het met X te Y eens. Hij is van mening dat de wetgever de minister wel de bevoegdheid heeft gegeven om administratieve regels te stellen voor de bewijsvoering maar niet om de aftrek tot een bepaald bedrag te beperken. Dit deel van de regeling is daarom volgens hem ongeldig. Uitspraak was op 1 maart 2017. Punt voor X te Y; richting prullenbak dus met die regel..

Tot zo ver dit verhaaltje, leuker kan ik het niet maken.

Jan Fondse

Source URL: https://www.dieverindialoog.nl/over-belastingaftrek/